e7: Auto bracketing (M-stand)
Deze optie bepaalt welke instellingen worden beïnvloed wanneer
AE & flits of Alleen AE is geselecteerd voor Persoonlijke instelling e6
in de handmatige belichtingsstand.
Optie
F
Flits/sluitertijd
Flits/sluitertijd/
G
diafragma
H
Flits/diafragma
I
Alleen flits
Flitsbracketing wordt alleen toegepast bij i-DDL- of AA-flitserregeling.
Als een andere instelling dan Alleen flits is geselecteerd en de flitser
niet wordt gebruikt, blijft de ISO-gevoeligheid ingesteld op de waarde
voor de eerste opname, ongeacht de instelling die is geselecteerd
voor automatische instelling ISO-gevoeligheid (0 72).
e8: Bracketingvolgorde
Bij de standaardinstelling van MTR > onder > over (H) worden
belichting, flitser en witbalansbracketing uitgevoerd in de volgorde
zoals beschreven op pagina's 137 end 141. Als Onder > MTR >
over (I) is geselecteerd, wordt de opname voortgezet in volgorde
van de laagste tot de hoogste waarde. Deze instelling heeft geen
U
invloed op ADL-bracketing.
260
De camera varieert de sluitertijd (Persoonlijke
instelling e6 ingesteld op Alleen AE) of de sluitertijd
en de flitssterkte (Persoonlijke instelling e6 ingesteld
op AE & flits).
De camera varieert de sluitertijd en het diafragma
(Persoonlijke instelling e6 ingesteld op Alleen AE) of
de sluitertijd, het diafragma en de flitssterkte
(Persoonlijke instelling e6 ingesteld op AE & flits).
De camera varieert het diafragma (Persoonlijke
instelling e6 ingesteld op Alleen AE) of het diafragma
en de flitssterkte (Persoonlijke instelling e6 ingesteld
op AE & flits).
De camera varieert alleen de flitssterkte (Persoonlijke
instelling e6 ingesteld op AE & flits).
G-knop ➜ A menu Persoonlijke
Beschrijving
G-knop ➜ A menu Persoonlijke
instellingen
instellingen