3
Voer de brandpuntsafstand
en het diafragma in.
Markeer Brandpuntsafstand
(mm) of Maximaal diafragma en
druk op 4 of 2 om het
gemarkeerde item te bewerken.
Brandpuntsafstand kan worden geselecteerd uit waarden tussen
6 en 4000 mm en maximaal diafragma uit waarden tussen f/1.2 en
f/22.
A
Brandpuntsafstand niet vermeld
Als de juiste brandpuntsafstand niet vermeld staat, kies dan de
dichtstbijzijnde waarde groter dan de werkelijke brandpuntsafstand
van het objectief.
A
Teleconverters en zoomlenzen
Het maximale diafragma voor teleconverters is de combinatie van
maximaal diafragma van de teleconverter en het objectief. Merk op dat
de objectiefgegevens niet worden aangepast wanneer objectieven
zonder CPU worden in- of uitgezoomd. De gegevens voor
verschillende brandpuntsafstanden kunnen als afzonderlijke
objectiefnummers worden ingevoerd, of de gegevens voor het
objectief kunnen worden bewerkt om de nieuwe waarden voor
brandpuntsafstand en maximaal diafragma van het objectief aan te
geven telkens wanneer zoom wordt aangepast.
4
Kies een methode voor
lichtmeterkoppeling.
Markeer Lichtmeterkoppeling
en druk op 2, markeer
vervolgens 1 of 3 om AI-
objectief te markeren en druk op
J om te selecteren (kies alleen
Niet-Al-objectief als het
objectief niet met een Al-
mechanisme is uitgerust; (0 167).
t
165