A
Goede resultaten verkrijgen met autofocus
Autofocus werkt niet goed in de onderstaande omstandigheden. Als de
camera onder deze omstandigheden niet kan scherpstellen, wordt mogelijk
de ontspanknop uitgeschakeld, of wordt de scherpstelaanduiding (I)
weergegeven en laat de camera een signaal horen om aan te geven dat de
sluiter kan worden ontspannen, zelfs als de camera niet kan scherpstellen
op het onderwerp. Stel in deze gevallen handmatig scherp (0 68) of
gebruik scherpstelvergrendeling (0 66) om op een ander onderwerp op
dezelfde afstand scherp te stellen en pas vervolgens de compositie van de
foto aan.
Er is weinig of geen contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond.
Voorbeeld: het onderwerp heeft dezelfde kleur als de
achtergrond.
Het scherpstelpunt bevat voorwerpen op verschillende
afstanden van de camera.
Voorbeeld: het onderwerp bevindt zich in een kooi.
Het onderwerp bestaat grotendeels uit regelmatige
geometrische patronen.
Voorbeeld: lamellen of een rij vensters in een flatgebouw.
Het scherpstelpunt bevat gebieden met sterk verschillende
helderheid.
Voorbeeld: het onderwerp bevindt zich half in de schaduw.
Voorwerpen op de achtergrond zijn groter dan het
onderwerp.
Voorbeeld: achter het onderwerp staat een gebouw in
beeld.
Het onderwerp bevat veel fijne details.
Voorbeeld: een veld met bloemen of andere onderwerpen
die klein zijn of weinig variatie in helderheid hebben.
N
61