#
Belichtingsstand
Til de belichtingsstandknop op en draai deze
om een belichtingsstand te kiezen.
Stand
Automatisch programma (0 38): de camera stelt sluitertijd en diafragma
in voor optimale belichting. Aanbevolen voor snapshots en in andere
#
P
situaties met weinig tijd voor het aanpassen van de camera-
instellingen.
Sluitertijdvoorkeuze (0 39): de gebruiker kiest de sluitertijd; de camera
S
selecteert het diafragma voor de beste resultaten. Gebruik deze stand
om beweging te bevriezen of onscherp te maken.
Diafragmavoorkeuze (0 41): de gebruiker kiest het diafragma; de camera
selecteert de sluitertijd voor de beste resultaten. Gebruik deze stand
A
om de achtergrond onscherp te maken of om zowel voorgrond als
achtergrond scherp weer te geven.
Handmatig (0 42): de gebruiker regelt zowel sluitertijd als diafragma.
M
Stel sluitertijd in op Bulb (B) of Tijd (T) voor lange tijdopnamen.
36
Beschrijving