Advertenties
Aanduiding
Bedienings-
paneel
Zoeker
2 4
—
(Belichtingsaanduidingen
en sluitertijd- of
diafragmaweergave
knipperen)
A
%
P
k
Probleem
Camera kan niet
scherpstellen met
autofocus.
Onderwerp te helder;
foto wordt
overbelicht.
Onderwerp te donker;
foto wordt
onderbelicht.
B (bulb) geselecteerd
in belichtingsstand S.
T (tijd) geselecteerd in
belichtingsstand S.
Beelden worden
verwerkt.
Oplossing
Verander de
compositie of stel
handmatig scherp.
• Gebruik een lagere
ISO-gevoeligheid
• In belichtingsstand:
P Gebruik optioneel
ND-filter
S Kies kortere
sluitertijd
A Kies een kleiner
diafragma (hogere
f-waarde)
• Gebruik een hogere
ISO-gevoeligheid
• In belichtingsstand:
P Gebruik flitser
S Kies een langere
sluitertijd
A Kies een groter
diafragma (lagere
f-waarde)
Wijzig sluitertijd of
selecteer
belichtingsstand M.
Wijzig sluitertijd of
selecteer
belichtingsstand M.
Wacht totdat het
verwerken is voltooid.
0
61, 68
70
38,
323
39
41
70
38,
116
39
41
39, 42
39, 42
—
n
347
Advertenties
