Opname
Het aanzetten van de camera duurt lang: wis bestanden of mappen.
Ontspanknop uitgeschakeld:
• De geheugenkaart is vergrendeld, vol of niet geplaatst (0 19, 29).
• Sluiter vergrendeld is geselecteerd voor Persoonlijke instelling f9
(Ontspannen bij geen kaart; 0 269).
• Camera is niet scherpgesteld (0 32).
• Diafragmaring voor CPU-objectief niet vergrendeld op de hoogste f-waarde
(niet van toepassing voor objectieftype G en E). Als B wordt weergegeven
in het bedieningspaneel, selecteer dan Diafragmaring voor Persoonlijke
instelling f7 (Functie instelschijven inst.) > Instellen diafragma om de
diafragmaring te gebruiken voor het aanpassen van het diafragma (0 267).
• Een bevestigd CPU-objectief met diafragmasimulator opgeklapt (is niet van
toepassing op G- en E-type objectieven; 0 167).
Camera reageert traag op ontspanknop: selecteer Uit voor Persoonlijke instelling
d10 (Belichtingsvertragingsstand; 0 256).
Elke keer dat de ontspanknop wordt ingedrukt, wordt in de continue opnamestand slechts
één foto gemaakt: schakel HDR uit (0 112).
Foto's zijn niet scherp:
• Draai de selectieknop voor scherpstelstand naar AF (0 59).
• Camera kan niet scherpstellen met autofocus: gebruik handmatige
scherpstelling of scherpstelvergrendeling (0 66, 68).
• De ontspanknop kan niet worden gebruikt om scherp te stellen wanneer
AF-ON is toegewezen als de optie Indrukken voor Persoonlijke instelling f4
(Fn-knop toewijzen, 0 263), f5 (Voorbeeldknop toewijzen, 0 266) of f6
(AE-L/AF-L-knop toewijzen, 0 267). Gebruik de knop waaraan AF-ON is
toegewezen.
Sluitertijd kan niet worden aangepast met de instelschijven: flitser in gebruik.
Flitssynchronisatiesnelheid kan worden geselecteerd met behulp van
Persoonlijke instelling e1 (Flitssynchronisatiesnelheid); bij gebruik van
compatibele flitsers kiest u 1/250 sec. (automatische FP) of 1/200 sec.
(automatische FP) voor het volledige bereik van sluitertijden (0 257).
Scherpstelling wordt niet vergrendeld wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt:
gebruik de A AE-L/AF-L-knop om de scherpstelling te vergrendelen wanneer
AF-C is geselecteerd voor scherpstelstand.
n
341