3
Plaats de geheugenkaart.
Houd de geheugenkaart volgens de rechts
getoonde afbeelding vast en schuif de kaart
in de opening tot deze op zijn plaats klikt.
Het toegangslampje van de geheugenkaart
zal gedurende enkele seconden branden.
D
Geheugenkaarten plaatsen
De geheugenkaarten ondersteboven of
achterstevoren plaatsen kan de camera of de
kaart beschadigen. Controleer of de kaart in
de juiste richting is geplaatst. Het deksel sluit
X
niet als de kaart niet juist is geplaatst.
4
Sluit het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf.
A
De batterij verwijderen
Zet de camera uit en open het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf. Druk de
batterijvergrendeling in de richting aangegeven
met de pijl om de batterij los te maken en verwijder
de batterij vervolgens handmatig.
A
Geheugenkaarten verwijderen
Schakel de camera uit nadat u hebt gecontroleerd
of het toegangslampje van de geheugenkaart uit is,
open het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf en druk de kaart in om deze uit
te werpen (q). De kaart kan vervolgens met de
hand worden verwijderd (w).
20
Voorzijde
Toegangslampje
geheugenkaart