Geheugenbank pers. inst.
Persoonlijke instellingen worden in één van de vier geheugenbanken
opgeslagen. Wijzigingen aan de instellingen in een geheugenbank zijn
niet van invloed op de andere geheugenbanken. Om een bepaalde
combinatie van veelgebruikte instellingen op te slaan, selecteert u één
van de vier geheugenbanken en stelt u de camera in op deze instellingen.
De nieuwe instellingen worden in de geheugenbank opgeslagen, zelfs als
de camera wordt uitgeschakeld, en worden hersteld wanneer de
geheugenbank de volgende keer wordt geselecteerd. In de andere
geheugenbanken kunnen andere combinaties van instellingen worden
opgeslagen, zodat de gebruiker direct van de ene naar de andere
combinatie kan omschakelen door de juiste geheugenbank uit het menu
met geheugenbanken te selecteren.
De standaardnamen voor de vier geheugenbanken voor persoonlijke
instellingen zijn A, B, C en D. Er kan een titelbeschrijving van maximaal 20
tekens lang worden toegevoegd zoals beschreven op pagina 107 door de
geheugenbank van het menu te markeren en op 2 te drukken.
❚❚ Standaardinstellingen herstellen
Om standaardinstellingen te
herstellen, markeert u een
geheugenbank in het menu
Geheugenbank pers. inst. en
drukt u op O. Er wordt een
bevestigingsvenster
weergegeven; markeer Ja en
druk op J om de
standaardinstellingen voor de
geselecteerde geheugenbank te
herstellen (0 226).
A
Geheugenbank pers. inst.
Het informatiescherm toont de huidige
geheugenbank voor persoonlijke instellingen.
G-knop ➜ A menu Persoonlijke
O-knop
instellingen
U
245