$
Gebruikersinstellingen: Standen
U1 en U2
Regelmatig gebruikte instellingen aan de U1 en U2 posities op de standknop toewijzen.
Gebruikersinstellingen opslaan
1
Selecteer een stand.
Draai de standknop naar de gewenste stand.
2
Pas de instellingen aan.
Stel de gewenste aanpassingen in voor flexibel programma (stand P), sluitertijd
(standen S en M), diafragma (standen A en M), belichting en flitscorrectie,
scherpstelpunt, lichtmeting, AF en AF-veldstanden (alleen zoekerfotografie),
bracketing en instellingen in de menu's opname (0 202) en persoonlijke
instellingen (0 206) (merk op dat de camera de opties geselecteerd voor
Opslagmap, Naamgeving bestanden, Picture Control beheren, Meervoudige
belichting of Intervalopname) niet bewaart.
3
Selecteer Gebruikersinstellingen
opslaan.
Druk op de G knop om de menu's weer te
geven. Markeer Gebruikersinstellingen
opslaan in het setup-menu en druk op 2.
4
Selecteer U1 of U2.
Markeer U1 of U2 en druk op 2.
Standknop
G knop
$
75