AF-veldstand
Hier kunt u selecteren hoe het scherpstelpunt voor autofocus wordt geselecteerd.
• Enkelpunts-AF: Selecteer het scherpstelpunt zoals beschreven op pagina 96. De camera
stelt alleen scherp op het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt. Gebruik
voor niet bewegende onderwerpen.
• Dynamisch veld-AF: Selecteer het scherpstelpunt zoals beschreven op pagina 96. In de
scherpstelstanden AF-A en AF-C stelt de camera scherp op basis van informatie uit de
omringende scherpstelpunten als het onderwerp het geselecteerde scherpstelpunt
kortstondig verlaat. Het aantal scherpstelpunten varieert afhankelijk van de
geselecteerde stand:
- 9-punten dynamisch veld-AF: Kies deze optie als u tijd hebt om de foto opnieuw in beeld
te brengen of als u een onderwerp fotografeert dat voorspelbaar beweegt (zoals
hardlopers of raceauto's op een parcours).
- 21-punten dynamisch veld-AF: Kies deze optie als u een onderwerp fotografeert dat
onvoorspelbaar beweegt (zoals spelers op het voetbalveld).
- 39-punten dynamisch veld-AF: Kies deze optie wanneer u foto's maakt van snel
bewegende onderwerpen die niet eenvoudig in de zoeker in beeld kunnen worden
gebracht (zoals vogels).
• 3D-tracking: Selecteer het scherpstelpunt zoals beschreven op pagina 96. In de
scherpstelstanden AF-A en AF-C, spoort de camera onderwerpen op die het
geselecteerde scherpstelpunt verlaten en selecteer nieuwe scherpstelpunten, zoals
vereist. Kies deze optie als u foto's met onderwerpen die grillig van de ene naar de
N
andere kant bewegen (zoals tennisspelers), snel in beeld wilt brengen. Als het
onderwerp de zoeker verlaat, laat u de ontspanknop los en brengt u de foto opnieuw
in beeld met het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt.
A
3D-tracking
Wanneer u de ontspanknop half indrukt, worden de kleuren in het gebied rond het
scherpstelpunt in de camera opgeslagen. Hierdoor levert 3D-tracking mogelijk niet het
gewenste resultaat op bij onderwerpen die dezelfde kleur hebben als de achtergrond of die
een zeer klein deel van het beeld beslaan.
94