Opname (alle standen)
Het aanzetten van de camera duurt lang: wis bestanden of mappen.
Ontspanknop uitgeschakeld:
• Geheugenkaart is vergrendeld, vol of niet geplaatst (0 29, 32).
• De ingebouwde flitser wordt opgeladen (0 39).
• De camera is niet scherp gesteld (0 38).
• CPU-objectief met diafragmaring bevestigd maar het diafragma is niet vergrendeld op de
hoogste f-waarde. Als B wordt weergegeven in het bedieningspaneel, selecteert u
Diafragmaring voor persoonlijke instelling f6 (Functie instelschijven inst. ) > Instellen
diafragma, zodat u het diafragma met de diafragmaring kunt aanpassen (0 233).
• Objectief zonder CPU bevestigd, maar de camera staat niet in de stand A of M (0 270).
Er wordt geen foto gemaakt wanneer de ontspanknop van de afstandsbediening wordt ingedrukt:
• Vervang de batterij in de afstandsbediening (0 281).
• Kies de ontspanstand van de afstandsbediening (0 80).
• Flitslicht wordt opgeladen (0 82).
• De geselecteerde tijd voor persoonlijke instelling c5 (Afstandsbediening, 0 215) is verstreken:
druk de ontspanknop van de camera half in.
• Fel licht verstoort de afstandsbediening.
Foto's zijn niet scherp:
• Draai de selectieknop voor scherpstelstand naar AF (0 91).
• Camera kan niet scherp stellen met autofocus: gebruik handmatige scherpstelling of
scherpstelvergrendeling (0 97, 99).
Scherpstelling wordt niet vergrendeld wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt: gebruik de AE-L/AF-L knop
om de scherpstelling te vergrendelen wanneer livebeeld is uitgeschakeld en AF-C is geselecteerd als
scherpstelstand en bij het fotograferen van bewegende onderwerpen in de stand AF-A.
Kan geen scherpstelpunt selecteren:
• Ontgrendel de vergrendeling van de scherpstelselectieknop (0 96).
• H (automatisch veld-AF) of ! (gezichtsprioriteit-AF) geselecteerd voor AF-veldstand: kies een
andere stand.
• Camera bevindt zich in de weergavestand (0 163) of menu's zijn in gebruik (0 195).
• Druk de ontspanknop half in om de monitor uit te schakelen of de lichtmeters te activeren (0 39).
AF met meev. scherpst. niet beschikbaar: selecteer een andere niet-monochrome Picture Control (0 131).
AF-veldstand kan niet worden gekozen: handmatige scherpstelling is geselecteerd (0 55, 99).
Elke keer dat de ontspanknop wordt ingedrukt, wordt in de continue opnamestand slechts één foto gemaakt: klap de
ingebouwde flitser neer (0 143).
Beeldformaat kan niet worden gewijzigd: Beeldkwaliteit ingesteld op NEF (RAW) (0 85).
Camera fotografeert traag: zet ruisonderdrukking uit (0 205).
Er verschijnt ruis (willekeurig verspreide heldere pixels, waas of lijnen) op foto's:
• Kies een lagere ISO-gevoeligheid of schakel hoge ISO-ruisonderdrukking in (0 101, 205).
• De sluitertijd is langer dan 1 sec.: gebruik ruisonderdrukking lange sluitertijd (0 205).
n
300