❚❚ Compatibele objectieven zonder CPU
Draai de instelschijf van de camera naar A en M en stel het diafragma in met behulp van de
diafragmaring wanneer de volgende objectieven zonder CPU en accessoires worden
gebruikt. In andere standen wordt de ontspanknop uitgeschakeld. Objectief zonder
CPU (0 159) kan worden gebruikt om vele functies van de CPU-objectieven in te
schakelen, inclusief kleurenmatrixmeting. Als er geen gegevens beschikbaar zijn, wordt
centrumgerichte meting gebruikt in plaats van kleurenmatrixmeting. Als het maximale
diafragma niet beschikbaar is, toont de diafragmaweergave van de camera het aantal
stops van het maximale diafragma en de werkelijke diafragmawaarde moet van de
diafragmaring worden afgelezen. Voor een lijst met niet te gebruiken objectieven zonder
CPU en accessoires, zie pagina 271.
Objectief/accessoire
AI-, AI-gewijzigd NIKKOR of Nikon-series E
Medische NIKKOR 120mm f/4
Reflex-NIKKOR
PC-NIKKOR
AI-type teleconverter
11
PB-6 balgapparaat
Automatische tussenringen (PK-serie 11A, 12
of 13; PN-11)
1 Rotatiebereik van de AI 80-200mm f/2.8 ED wordt
bij bevestiging op een statief beperkt door de
camerabody. Wanneer de AI 200-400mm f/4 ED op
de camera is bevestigd, kunnen geen filters worden
verwisseld.
2 Bij maximaal diafragma van f/5.6 of hoger.
3 Als het maximale diafragma wordt opgegeven via
Objectief zonder CPU (0 159), wordt de
diafragmawaarde weergegeven in de zoeker en in
het bedieningspaneel.
4 Kan alleen worden gebruikt als de
brandpuntsafstand en het maximale diafragma zijn
opgegeven via Objectief zonder CPU (0 159).
Gebruik spotmeting of centrumgerichte meting als
niet het gewenste resultaat wordt bereikt.
5 Voor een grotere nauwkeurigheid stelt u de
brandpuntsafstand en het maximale diafragma in
via Objectieven zonder CPU (0 159).
6 Kan worden gebruikt in de stand M bij sluitertijden
die ten minste één stap langer zijn dan de
flitssynchronisatietijd.
7 Bij hellen of verschuiven kan de elektronische
afstandsmeter niet worden gebruikt.
n
270
Camera-instelling
1
9
Scherpstelling
M (met
elektronische
AF
afstandsmeter)
M
✔
✔
2
—
✔
✔
—
✔
—
—
✔
✔
7
—
✔
✔
10
—
✔
✔
10
—
✔
✔
10
—
8 De belichting kan worden bepaald door het
diafragma vooraf in te stellen. In de stand A moet u
het diafragma instellen met de diafragmaring
alvorens AE-vergrendeling en het verschuiven van
het objectief uit te voeren. In stand M moet u het
diafragma instellen met de diafragmaring en de
belichting bepalen alvorens het objectief te
verschuiven.
9 Belichtingscorrectie is vereist in combinatie met de
AI 28-85mm f/3.5-4.5, AI 35-105mm f/3.5-4.5, AI 35-
135mm f/3.5-4.5 of AF-S 80-200mm f/2.8D.
Raadpleeg de handleiding van de teleconverter
voor meer informatie.
10 Bij maximaal effectief diafragma van f/5.6 of hoger.
11 Vereist PK-12 of PK-13 automatische tussenring.
Afhankelijk van de camera-oriëntatie is mogelijk de
PB-6D vereist.
12 Gebruik een vooraf ingesteld diafragma. In de stand
A moet u het diafragma instellen via het
scherpsteltoepassing alvorens de belichting te
bepalen en de foto te maken.
• PF-4 Reprocopy Outfit vereist de PA-4 camarahouder.
Stand
Lichtmeting
a
Automatisch en
onderwerpstan-
3D Kleur
den P, S
A, M
✔
3
—
—
✔
6
—
—
✔
3
—
—
✔
8
—
—
✔
3
—
—
✔
12
—
—
✔
3
—
—
Z
b
✔
✔
4
5
—
—
✔
5
—
✔
—
✔
✔
4
5
✔
—
✔
—