Instelling automatische
ISO-gevoeligheid
Als Aan voor ISO-gevoeligheid instellen > Autom inst ISO-gevoeligheid in het
opnamemenu is geselecteerd, wordt de ISO-gevoeligheid automatisch aangepast als
geen optimale belichting tot stand kan worden gebracht met de waarde die de gebruiker
heeft geselecteerd (de ISO-gevoeligheid wordt aangepast wanneer de flitser wordt
gebruikt).
1
Selecteer Autom inst ISO-gevoeligheid.
Druk op de G knop en selecteer ISO-
gevoeligheid instellen in het opnamemenu.
Markeer Autom inst ISO-gevoeligheid en
druk op 2.
2
Selecteer Aan.
Markeer Aan en druk op J (als Uit is
geselecteerd, blijft ISO-gevoeligheid ingesteld
op de waarde die is geselecteerd door de
gebruiker).
3
Pas de instellingen aan.
De maximale waarde voor automatische ISO-
gevoeligheid kan worden geselecteerd met
behulp van Maximale gevoeligheid (kies
lagere waarden om ruis in de vorm van
willekeurig verspreide pixels, waas of lijnen te
voorkomen). De minimale waarde voor automatische ISO-gevoeligheid wordt
automatisch ingesteld op ISO 100. In de standen P en A wordt de gevoeligheid
alleen aangepast als de onderbelichting uitkomt bij de sluitertijd geselecteerd voor
Langste sluitertijd (
aangepast voor optimale belichting bij de sluitertijd die is geselecteerd door de
gebruiker). Als geen optimale belichting kan worden bereikt met de ISO-
gevoeligheidswaarde die is ingesteld voor Maximale gevoeligheid, wordt
mogelijk een langere sluitertijd gebruikt. Als de door de gebruiker geselecteerde
ISO-gevoeligheid hoger is dan de waarde geselecteerd voor Maximale
gevoeligheid, wordt in plaats daarvan de waarde voor Maximale gevoeligheid
gebruikt.
1
/
–1 sec. In de standen S en M wordt de gevoeligheid
4.000
(Alleen de standen P, S, A en M)
G knop
S
103