3
Kies de hoeveelheid versterking.
Markeer Automatische versterking en druk
op 2.
De volgende opties worden weergegeven.
Markeer een optie en druk op J.
• Aan: Versterking wordt aangepast
overeenkomstig het aantal werkelijk
opgenomen belichtingen (versterking voor
elke belichting is ingesteld op
1
belichtingen,
• Uit: Versterking wordt niet aangepast bij het opnemen van meervoudige
belichting. Aanbevolen bij een donkere achtergrond.
4
Selecteer Gereed.
Markeer Gereed en druk op J. Een n
pictogram wordt in het bedieningspaneel
weergegeven en de optie Gereed in het
meervoudige belichtingsmenu wordt
vervangen door Terugzetten. Om de opname
voort te zetten zonder een meervoudige
belichting te maken, dient u terug te keren
naar het opnamemenu en selecteer
Meervoudige belichting > Terugzetten.
5
Kadreer, stel scherp en maak de foto.
In de ontspanstanden continu hoge snelheid
en continu lage snelheid (0 78) neemt de
camera alle belichtingen in een enkele
serieopname op. In de zelfontspannerstand neemt de camera automatisch het
aantal belichtingen dat is geselecteerd in stap 2 op pagina 152 op, ongeacht de
optie geselecteerd voor persoonlijke instelling c3 (Zelfontspanner) > Aantal
opnamen (0 214). In andere ontspanstanden wordt een foto gemaakt, elke keer
dat de ontspanknop wordt ingedrukt. Ga door met het opnemen totdat alle
belichtingen zijn opgenomen (voor informatie over het onderbreken van een
meervoudige belichting voordat alle foto's zijn opgenomen, zie pagina 154).
Het n pictogram knippert totdat de opname is
beëindigd. Wanneer de opname eindigt wordt
meervoudige belichting beëindigd en het n
pictogram wordt niet langer weergegeven.
1
/
voor 2
2
/
voor 3 belichtingen, enz.).
3
t
153