y
Films opnemen en afspelen
Films opnemen
Films kunnen in de stand voor livebeeld worden opgenomen. Indien gewenst, kies een
Picture Control (0 131) en kleurruimte (0 141) voordat u opneemt.
1
Draai aan de livebeeldschakelaar.
De spiegel wordt opgeklapt en het beeld dat zichtbaar is door
het objectief, wordt weergegeven op de monitor in plaats
van de zoeker.
D
Het 0 pictogram
Een 0 pictogram (0 49) geeft aan dat u geen films kunt
opnemen.
A
Voordat u gaat opnemen
Stel het diafragma in voor u opneemt in de stand A of M. Merk op
dat films bij bepaalde diafragma-instellingen over- of onderbelicht
kunnen zijn. Controleer voordat u opneemt eerst de helderheid
van het onderwerp in de monitor. Als het beeld te helder of te
donker is, dient u livebeeld te beëindigen en het diafragma naar
behoefte aan te passen.
2
Selecteer een scherpstelstand.
Kies een scherpstelstand zoals beschreven in stap 2 van "Livebeeld" (0 50).
A
Een externe microfoon gebruiken
De ingebouwde microfoon neemt mogelijk objectiefgeluid tijdens autofocus of
vibratiereductie op. Dit kan worden voorkomen door een in de handel verkrijgbare externe
microfoon met een stereo mini-pin-aansluiting (3,5 mm diameter) te gebruiken. Externe
microfoons kunnen ook worden gebruikt om in stereo op te nemen.
3
Selecteer een AF-veldstand.
Zie stap 3 op pagina 50 voor meer informatie.
Livebeeldschakelaar
y
57