Advertenties
Parameters [51]
Sleutel Reset Niveau [51.14]
Met deze optie kunt u een codetype toewijzen aan zones die zijn ingesteld als
sleutelschakelaar. Met een sleutelschakelaarzone kunt u systeem-, sabotage- en paniekalarmen
resetten, afhankelijk van het resettype dat aan elk van deze parameters is toegekend. Het
standaardtype is 6 (manager) en het instelbare bereik is 0–7 (7 voor de installateur).
Systeemtekst/ID [51.15]
Met deze optie kunt u twee tekstregels toewijzen aan het systeem: druk op 1 om het Systeem
ID of op 2 om de Locatie centrale te selecteren.
1=Systeem-ID
2=Locatie centrale bericht waar de centrale is bevestigd in 16 tekens.
Tekst wordt geschreven volgens de alfanumerieke methode:
wist tekens.
#
selecteert hoofdletters, kleine letters of bibliotheek.
A B
kunnen worden gebruikt om door het alfabet of woorden te bladeren.
000–538 selecteer een teken uit het alfabet of woorden uit de bibliotheek met behulp
van een nummercode.
ent
plaatst geselecteerde tekens/woorden.
esc
accepteert de instellingen en keert terug naar het vorige menuniveau.
Testperiode [51.16]
Met deze optie kunt u het aantal dagen instellen waarin zones een testperiode kunnen
ondergaan. De standaardtijd is 7 dagen en het bereik is 1-14 dagen.
Opmerking: Wijzig de standaardinstellingen voor het instellen in Zonetest [55].
Configureer [51.17.1]
Met deze optie configureert u het systeem opnieuw zonder dat u de stroom hoeft uit en in te
schakelen. Het systeem geeft het bericht WAARSCHUWING!! ent=RESET SYSTEEM.
Druk op
om het systeem opnieuw te configureren. Het bediendeeldisplay blijft een paar
ent
seconden leeg. Vervolgens wordt het bericht Configurerend Moment A.U.B. weergegeven.
Wanneer de configuratie is voltooid, keert de banner terug naar de normale weergave
(dagmodus). Met deze optie configureert u modules die aan het systeem zijn toegevoegd
maar klinkt er een alarm als er actieve sabotage plaatsvindt of als modules als ontbrekend
zijn gerapporteerd.
Opmerkingen:
1.
Met deze parameter beëindigt u de installateurmodus. Wij raden u echter aan bij het
toevoegen aan of verwijderen van modules uit het systeem de afsluitprocedure voor
de installateurmodus te gebruiken.
2.
Uitgangen worden tijdens de configuratie tijdelijk gereset. Als het systeem een
communicatie doormelding heeft, moet u dit testen voordat u de configuratie uitvoert.
90
identificatie van het systeem in 16 tekens. U kunt dit gebruiken
om te verbinden met remote servicing software.
Galaxy Flex - Installatiehandleiding
Advertenties
