Download Print deze pagina

Honeywell Galaxy Flex V3 Installatiehandleiding pagina 42

Verberg thumbnails Zie ook voor Galaxy Flex V3:

Advertenties

Alarmen en waarschuwingen stoppen en resettenGalaxy Flex - Installatiehandleiding
Als de kaartgebruiker blokkenkeuze heeft, wordt alleen het blok uitgeschakeld waaraan
de laatste of ingangszone is toegekend. Alle overige voor de gebruiker beschikbare blokken
worden op het geprogrammeerde/geselecteerde bediendeel of KeyProx weergegeven.
Opmerking: De lezermodule en de gebruiker van de proximity-kaart moeten
gemeenschappelijke blokken hebben om de kaartfunctie te kunnen activeren.
Alarmen en waarschuwingen stoppen en resetten
Na een alarm bij ingeschakeld systeem worden sirenes en flitsers geactiveerd. Als er een
fout optreedt terwijl het systeem is uitgeschakeld, zal het bediendeel een onderbroken
pieptoon laten horen en/of een zichtbare waarschuwing tonen.
Een alarm uitzetten en het systeem resetten:
Voer een van de volgende stappen uit:
Typ een geldige gebruikerscode (type 2 en hoger) die is toegewezen aan het blok
waarvan het alarm afkomstig is.
Zorg dat uw proximity-kaart geldig is als deze wordt gelezen.
Alarmgeluiden en sirene- en flitseruitgangen worden gedempt en het bediendeel geeft
informatie weer over de zones of fouten die zijn geactiveerd. Na het invoeren van een
geldige pincode worden de alarm- en sabotagemeldingen met gelijke prioriteit weergegeven
in volgorde van optreden. Daarna volgen fouten. Druk op het bediendeel op
meerdere activeringen te bladeren.
Als het niveau van de gebruikerscode niet hoog genoeg is om het systeem te resetten,
verschijnt op het bediendeel de melding RESET CENTRALE RESET GEVRAAGD
als Banner Waarschuwing [51.63] is ingeschakeld, afhankelijk van het vereiste type
alarm en resetniveau.
Centrale resetten:
Voer een geldige gebruikerscode in die is toegewezen aan het blok dat het alarm
veroorzaakt.
Resetniveaus kunnen worden geprogrammeerd met: Alarm Reset [51.6]; Sabotage Reset
[51.7]; Paniek Reset [51.22]; Reset Niveau [51.65].
Opmerking: Als er een sabotagealarm is geactiveerd (zone of module), kan het systeem
niet worden gereset totdat de sabotagetoestand is hersteld.
Als u het systeem de volgende keer wilt inschakelen, kan dat niet als de zones die tijdens het
vorige alarm zijn geopend, sinds de activering van het alarm niet zijn gesloten. De adressen van
de geopende zones worden weergegeven op het bediendeel; er is geen waarschuwingsgeluid.
U kunt de inschakelprocedure starten nadat u de zones hebt gesloten.
Opmerkingen: Dit is niet hetzelfde als open zones die worden aangegeven op het
bediendeel. Deze gaan vergezeld van snel opeenvolgende tonen bij
de E/E-signalering.
Brandalarmen kunnen niet worden gereset met een prox-tag.
42
of
om door
A
B

Advertenties

loading