Detectors aansluiten op zones
Bij de end-of-line-methode dient de bedrading te worden gebruikt zoals weergegeven
in Afbeelding 5.
Afbeelding 5 Optie 10 — End-of-line zone/Detectorbedrading
Bekabeling van meerdere detectors
Er kunnen meerdere detectors op één zone worden aangesloten als u preset 1 gebruikt,
zoals u kunt zien in Afbeelding 6. Het maximum aantal detectors dat op één zone kan
worden aangesloten, bedraagt tien.
Afbeelding 6 Bedrading van meerdere detectors aan één zone
Sleutelschakelaars aansluiten
Het paneel kan worden in- of uitgeschakeld met sleutelschakelaars met vergrendeling of
puls. De zone moet in beide gevallen van status veranderen tussen 1 k en 2 k .
Als u de sleutelfunctie wilt instellen voor vergrendeling, gebruikt u de modificator * bij het
programmeren van de functie Sleutel voor de zone (menu 52.1.x.1).
Zie de zonefunctie Sleutel in menu 52 voor uitgebreide informatie over de configuratieopties.
Puls-aan-knoppen aansluiten
Zones die zijn geprogrammeerd als puls-aan-knoppen (terminators), kunnen van open naar
dicht gaan (2 k naar 1 k ) of van dicht naar open (1 k naar 2 k ). De eerste activering
van de puls-aan-knop initialiseert de status naar het systeem.
Opmerking: Met de eerste activering van een puls-aan-knop wordt het systeem mogelijk niet
ingeschakeld omdat het de initialisatieroutine kan zijn. Als het systeem steeds
opnieuw wordt ingeschakeld, drukt u nogmaals op de knop. Het systeem wordt
met een tweede druk op de knop ingeschakeld. De initialisatie vindt alleen na de
eerste inschakeling plaats. Alle daaropvolgende inschakelingprocedures worden
met de eerste druk op de puls-aan ingeschakeld.
18
Galaxy Flex - Installatiehandleiding