Diagnose Test [61]
Controle [61.2.4]
Met deze optie kunnen alle gedeelten (1–9) die hierboven worden vermeld, worden
opgenomen of uitgesloten van de basisopname.
Print [61.2.5]
Gebruik deze optie om de opgeslagen basislijngegevens af te drukken via een
printerinterfacemodule op de RS485-lijn.
Waarschuwingen [61.3]
Hier worden de items weergegeven die werken maar een foutstatus benaderen. U kunt
de volgende items bekijken:
1=Laag signaalniveau
2=Ruisniveau
3=Batterij laag
Diagnose Geheugen [61.4]
In dit geheugen worden kleine fouten en afnamen in de prestaties geregistreerd ter
ondersteuning van het opsporen van onregelmatige fouten, zoals een lager signaalniveau
dan gebruikelijk of een hogere zoneweerstand dan normaal. Elke gebeurtenis wordt
opgeslagen met de uren, minuten en seconden. De # toets kan voor sommige gebeurtenissen
gebruikt worden om meer informatie weer te geven indien beschikbaar. De volgende lijst
toont de gebeurtenissen die opgenomen zouden kunnen worden in het Diagnose Geheugen.
SSC:
Wijziging in Signaal Sterkte Consistentie voor draadloze detectoren.
MIF:
Gemiste Frame voor supervisie van een draadloze detector. Hierbij is een
verwachte supervisie bericht niet ontvangen maar is de algehele supervisie
tijd nog niet verstreken.
RN:
Wijziging in het Ruis Niveau van een RF Portal
RSSI LG:
GSM signaal niveau is gezakt onder het minimum gedurende minimal 1
minuut
GN GSM:
Geen GSM signaal
SIM WOP:
GSM SIM kaart Wacht Op Pin
PIN FT:
PIN voor GSM SIM kaart is fout
PIN BLK:
SIM geblokkeerd vanwege incorrecte PIN
GEEN SIM: Geen SIM kaart gedetecteerd in de GSM module
LGN ERR:
GPRS log-in is mislukt – ongeldige APN
166
Galaxy Flex - Installatiehandleiding