Galaxy Flex - Installatiehandleiding
Het openen van een laatste zone tijdens de uitgangstijd wordt op het bediendeel gerapporteerd
als een open zone. De E/E-signalering piept snel om aan te geven dat de zone is geopend.
Opmerking: De beëindigingsfunctie van een laatste zone kan worden verlengd om
de inschakeling van meerdere blokken te beëindigen. Druk hiervoor op
bij het toewijzen van een blok aan een zone. Zie de ster
02 Volgzone
Zones die de in- en uitgangsroutes beschermen, worden als Volgzone geprogrammeerd.
Tijdens de in- en uitschakelingsprocedures werken volgzones zonder alarm. Als de volgzone
wordt geactiveerd terwijl het systeem is ingeschakeld, zonder dat het blok dat wordt
geïnitieerd, wordt er een inbraakalarm geactiveerd.
Het openen van een volgzone tijdens de uitgangstijd wordt op het bediendeel gerapporteerd
als een open zone. De E/E-signalering piept snel om aan te geven dat de zone is geopend.
Opmerking: U kunt de volgzone aan meerdere blokken toewijzen door tijdens het
toewijzen van een blok aan de zone te drukken op . Hierdoor kunt u een
volgzone activeren in een blok dat momenteel niet wordt uitgeschakeld,
zonder daarbij een inbraakalarm te genereren. Zie de ster
03 Inbraak
De Inbraakfunctie is inactief wanneer het systeem is uitgeschakeld. Als het systeem is
ingeschakeld, veroorzaakt de activering van een Inbraakzone een volledige alarmactivering.
Dit alarm kan alleen worden gereset met een gebruikerscode voor Alarm Reset (zie Alarm
Reset [51.6] en Reduceer niveau [51.55.3]).
Alle zones worden standaard geprogrammeerd als inbraakzone. Dit geldt ook voor de zones
op RIO's die later aan het systeem worden toegevoegd.
05 Security
De functie Securityzone is altijd operationeel, behalve wanneer het systeem wordt
uitgeschakeld, dan activeert de Securityzone een lokaal alarm (E/E-signalen geactiveerd)
waarvoor geen systeemreset is vereist. Elke geldige code (type 2 of hoger) annuleert het
alarm en reset het systeem. Activering als het systeem is ingeschakeld, leidt tot een volledig
alarm. Hierna moet het systeem worden gereset. De activering (+) en het herstel (–) van
Security-zones worden vastgelegd in het gebeurtenisgeheugen.
07 In/Uitgang
De uitschakelprocedure wordt hetzelfde gestart als de zone Laatste. Tijdens
de inschakelprocedure gedraagt een in-/uitgangszone zich echter als een volgzone. Deze
functie wordt veelal toegepast in combinatie met een zone met de functie Puls Aan,
waarmee de uitgangstijd wordt beëindigd en het systeem wordt ingeschakeld.
Als u op
drukt tijdens het programmeren van een in-/uitgangszone, wordt de ingangstijd
van het blok verdubbeld.
Het openen van een in-/uitgangszone tijdens de uitgangstijd wordt op het bediendeel
gerapporteerd als een open zone. De E/E-signalering piept snel om aan te geven dat
de zone is geopend.
Programmeer Zones [52]
Blokfunctie.
Blokfunctie.
115