Galaxy Flex - Installatiehandleiding
Programmeer Uitgangen [53]
Lijnfout (willekeurige module), ARC-communicatiefout (willekeurige module), RF-storing,
RF-accufout, RF-supervisiefout, sirenefout (van een sirenefoutzone), 230VAC-fout (centrale,
230VAC-zone of voeding), accufout (centrale, accuzone of voeding), antimaskfout.
Bij sms-doormeldingsfouten worden de foutuitgangen niet geactiveerd.
77 Sirene Test (Puls)
Deze uitgang wordt geactiveerd wanneer de sirenetest wordt geselecteerd in menu 32.
Dit zorgt ervoor dat de sirene- en flitseruitgangen worden geactiveerd. Deze uitgang
wordt normaal gesproken gebruikt om een relais te activeren dat de voeding van de sirene
onderbreekt.
78 Communicatie Test (Puls)
Deze uitgang wordt gebruikt voor remote routine-inspectie via de downloadsoftware.
Wanneer een remote inspectie wordt uitgevoerd, wordt deze uitgang gedurende 10 seconden
ingeschakeld om de testingang van een extern communicatieapparaat te activeren.
81 Inluister (Vasthoudend)
Deze uitgang wordt geactiveerd na een alarmactivering wanneer er een audiotransmissie
wordt uitgevoerd.
82 Brand Reset (Puls)
Deze uitgang gebruikt de functie voor geschakelde DC om brandsensoren te resetten.
83 Brand Bevestigd (Puls)
Deze uitgang wordt geactiveerd wanneer een PIR hitte van een brand waarneemt die
al is gesignaleerd door een rookdetector. Deze tweede activering wordt gebruikt om het
brandalarm te bevestigen en er wordt een bevestigingsbericht naar de meldkamer verzonden.
135