Download Print deze pagina

Honeywell Galaxy Flex V3 Installatiehandleiding pagina 172

Verberg thumbnails Zie ook voor Galaxy Flex V3:

Advertenties

Galaxy Flex - Installatiehandleiding
Uitgangen [64.1]
Elk beschikbaar type uitgang kan aan de aangepaste zone worden toegewezen. Wanneer dit
kenmerk wordt geselecteerd, wordt het uitgangtype 01=SIRENE plus de status weergegeven.
De standaardstatus is Niet aktief. De status geeft aan onder welke voorwaarden de aangepaste
zone de uitgang activeert. Als u de uitgangstypestatus wilt toewijzen, drukt u op de #-toets
om heen en weer te schakelen tussen de verschillende statusinstellingen:
1=Niet aktief
De uitgang wordt niet geactiveerd door de aangepaste zone.
2=Nachtstand
De uitgang wordt alleen geactiveerd door de aangepaste zone wanneer
het systeem is ingeschakeld.
3=Dagstand
De uitgang wordt alleen geactiveerd door de aangepaste zone wanneer
het systeem is uitgeschakeld.
4=Altijd/24 Uur De uitgang wordt geactiveerd door de aangepaste zone wanneer het
systeem is ingeschakeld of uitgeschakeld.
Selecteer de uitgangstypen die u wilt toewijzen door op de toetsen
of door het nummer van het gewenste uitgangstype in te voeren en de vereiste status toe
te wijzen. Wanneer alle uitgangstypen zijn geselecteerd, drukt u op
naar het vorige menuniveau.
Zie voor een volledige lijst met uitgangstypen de optie Programmeer Uitgangen [53].
Status [64.2]
Het kenmerk Status bepaalt onder welke voorwaarden de aangepaste zone werkt. De vier
kenmerken van de optie Status zijn:
1=Dagstand
2=In/Uitgangstijd Activeert een alarm wanneer het systeem bezig is met in- en uitschakelen.
3= Deelbeveiligd
4=Nachtstand
De standaardinstelling voor de kenmerken van de optie Status is Niet aktief. Om ervoor
te zorgen dat de zone een alarm kan activeren, selecteert u het vereiste statuskenmerk met
de toetsen
of
en drukt u op
A
B
van een aangepaste zone met het systeem in de geselecteerde Status er een alarmsituatie
ontstaat en de toegewezen uitgangen worden ingeschakeld.
Opmerking: De aangepaste zone kan indien vereist in alle vier de statussituaties
functioneren.
Activeert een alarm wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
Activeert een alarm wanneer het systeem deelbeveiligd is ingeschakeld.
Activeert een alarm wanneer het systeem volledig is ingeschakeld.
. In het display wordt aangegeven dat door de activering
#
Assemble Zone [64]
en
te drukken of door
A
B
om terug te keren
esc
173

Advertenties

loading