Bijlage G: Randapparatuur
Configuratie
De ethernetmodule zou de databus automatisch moeten configureren. Als dat niet het geval
is, raadpleegt u Aansluiting op Intellibus op pagina 26. De ethernetmodule gebruikt DHCP
om zich automatisch te configureren voor het LAN (Local Area Network). Als handmatig
instellen vereist is, raadpleegt u [56.3.3].
Jumperaansluitingen
P3: sabotage overbruggen
Diagnose
Wanneer de voeding is ingeschakeld, kunt u de volgende LED's gebruiken om de status
van de module te controleren.
LED's
Netwerk: ethernetnetwerkverbinding (aan wanneer aangesloten)
Ethernet:
actieve ethernetcommunicatie (knippert)
Intellibus: correcte paneelverbinding (elk seconde korte flits)
Specificaties
Gebruikstemperatuur
Opslagtemperatuur
Vochtigheid
Gewicht (printplaat)
Afmetingen (printplaat)
Nominale voedingsspanning
Nominale stroom
Maximale stroomafname
Netwerkcompatibiliteit
Conformiteit
Dit product is geschikt voor gebruik in systemen die voldoen aan de richtlijnen
EN 50131-1:2006+A1:2009 en PD6662:2010. Deze module voldoet aan de eisen
van EN 50136-1-1:1998+A2:2008.
Beveiligingsklasse – 4
Omgevingsklasse – II
Alarmtransmissiesysteem – 5
232
0 tot 40 ° C
-10 graden C tot +60 graden C
25 tot 55%
50 g
68 x 80 x 18 (L x B x D)
15 VDC
110 mA
135 mA
100/10 base-T
Galaxy Flex -
Installatiehandleiding