Download Print deze pagina

Honeywell Galaxy Flex V3 Installatiehandleiding pagina 148

Verberg thumbnails Zie ook voor Galaxy Flex V3:

Advertenties

Galaxy Flex - Installatiehandleiding
Gebruiker Configuratie [56.2]
In dit gedeelte kunt u berichten definiëren die direct naar de mobiele telefoon van een
eindgebruiker worden verzonden.
û
1 = Mobiel nummer 1
û
2 = Mobiel nummer 2
û
3 = Mobiel nummer 3
û
4 = Triggers
û
1 = Inbraak
û
2 = Paniek
û
3 = Brand
û
4 = Fout
û
5 = Technisch
û
6 = Custom zones
û
7 = Voeding
8 = Ingeschakeld
5 = Sms site-ID
Mobiel nummer [56.2.1], [56.2.2] of [56.2.3]
Met deze drie opties kunt u drie verschillende mobiele nummers (max. 22 cijfers) voor
berichtontvangers opgeven.
Triggers [56.2.4.gebeurtenis]
Met deze optie kunt u de triggergegevens instellen voor de verschillende soorten
gebeurtenissen die in de menustructuur hierboven zijn genoemd.
1=Omschrijving
2=Status
3=Mobiel Volgorde
4=Blokken
Sms site-ID [56.2.5]
Met deze optie kunt u een ID opgeven die aan alarmberichten via sms wordt toegevoegd
om de locatie of het alarmsysteem te identificeren.
û
1 = Omschrijving
û
2 = Status (0 = Uitgeschakeld, 1 = Ingeschakeld)
û
3 = Mobiel Volgorde
4 = Blokken
Elk van deze gebeurtenisopties
û
heeft dezelfde subopties.
Zie 1 = Inbraak
Desgewenst u kunt een alternatieve beschrijving van 16 tekens
opgeven voor het alarmtype, ter herkenning door de ontvanger.
Hiermee kunt u de trigger in- en uitschakelen.
Hiermee kunt u instellen naar welke van de drie mobiele nummers
deze gebeurtenis zal worden verzonden.
Hiermee kunt u de blokken selecteren waarin alarmen worden
gerapporteerd.
Communicatie [56]
149

Advertenties

loading