Aangepaste witbalans
Bij de aangepaste witbalans fotografeert u een wit object dat gebruikt
wordt als de standaard voor de witbalans. Wanneer u deze opname
selecteert, worden de desbetreffende witbalansgegevens
geïmporteerd voor de witbalansinstelling.
52
1
Fotografeer een wit object.
•
Het effen witte object moet het midden
van de zoeker geheel vullen.
•
Stel de focusinstellingsknop op de lens
in op <MF> en stel vervolgens
handmatig scherp (p.64).
•
Selecteer een witbalansinstelling (p.51).
•
Fotografeer het witte object zodat een
standaardbelichting wordt verkregen.
Onder- of overbelichting zal een incorrecte
witbalansinstelling tot gevolg hebben.
2
Selecteer [Handmatige witbalans].
•
Selecteer het tabblad <˙>.
•
Ga met de knoppen <å> naar
[Handmatige witbalans] en druk
vervolgens op <p>.
3
Selecteer een opname.
•
Ga met de knoppen <µ> naar de
opname die u hebt genomen bij stap
en druk vervolgens op <p>.
De witbalansgegevens van de opname
s
worden geïmporteerd.
•
Druk op de knop <m> om het
menu te verlaten.
1