Opladen van de batterij
–
<
> teken
18
1
Sluit het netsnoer aan.
•
Sluit het netsnoer aan op de oplader.
•
Sluit het netsnoer aan op de
wandcontactdoos.
2
Verwijder het deksel.
•
Plaats het deksel terug als u de batterij
uit de camera verwijdert, om
kortsluiting te voorkomen.
3
Plaats de batterij.
•
Plaats de bovenkant van de batterij
precies op het <
Terwijl u de batterij naar beneden duwt,
schuift u deze in de richting van de pijl.
•
Om de batterij te verwijderen, herhaalt
u de bovenstaande procedure in
omgekeerde volgorde.
4
Laad de batterij op.
Het opladen begint automatisch zo
s
gauw de batterij in de oplader zit. Het
rode lampje begint te knipperen.
Als de batterij helemaal leeg is,
s
duurt het ongeveer 90 minuten
totdat deze helemaal is opgeladen.
Oplaadniveau
0–50%
50–75%
75-90%
90% of hoger
* De knipperfrequentie van het rode
lampje en de getallen er omheen geven
aan hoe ver het opladen is gevorderd.
–
>-teken op de oplader.
Rode lamp
Knippert eenmaal per seconde
Knippert tweemaal per seconde
Knippert driemaal per
seconde
Blijft branden