3
[Afdruktype]
[Bestandnr.]
4
5
Selecteer de instellingsoptie.
•
Ga met de knoppen <å> naar de
gewenste optie en druk vervolgens op
<p>.
Het instellingenscherm verschijnt.
s
Selecteer de gewenste instelling.
•
Ga met de knoppen <å> naar de
gewenste instelling en druk vervolgens
op <p>.
Verlaat het instellingenscherm.
•
Druk op de knop < m>. Het scherm
met afdrukopties verschijnt weer.
•
Selecteer vervolgens [Opdracht] of
[Alle] om aan te geven welke
afbeeldingen moeten worden afgedrukt
(p.113).
Printopties
[Datum]
111