•
Tijdens het reinigen van de beeldsensor moet u geen van de
volgende handelingen verrichten. De stroom wordt dan
uitgeschakeld. Als de stroom wordt uitgeschakeld, gaat de sluiter
dicht, waardoor de sluitergordijnen en de beeldsensor beschadigd
kunnen raken.
• Zet de aan-/uitschakelaar niet op <2>.
• Open de CF-kaartsleuf niet.
• Verwijder de batterij niet.
•
Steek het blaasbuisje niet verder dan de lensbevestiging in de camera.
Als de stroom wordt uitgeschakeld, zal de sluiter dichtgaan, waardoor
de sluitergordijnen en de beeldsensor beschadigd kunnen raken.
•
Gebruik geen blaasborsteltje. Het borsteltje kan het oppervlak van de
CMOS-sensor beschadigen.
•
Gebruik nooit reinigingssprays. De druk en het vriezend vermogen van
de spray kunnen het oppervlak van de beeldsensor beschadigen.
•
Als de batterij leeg is, klinkt een pieptoon, en het pictogram <π>
knippert op het LCD-paneel. Zet de aan-/uitschakelaar <2> en
vervang de batterij. Start vervolgens weer vanaf stap
Reinigen van de beeldsensor (CMOS)
4
Reinig de beeldsensor.
•
Gebruik een blaasbuisje om stof, etc.
op het oppervlak van de beeldsensor
voorzichtig te verwijderen.
5
De reiniging beëindigen.
•
Zet de aan-/uitschakelaar op < 2>.
De camera wordt uitgeschakeld en de
s
sluiter gaat dicht. De spiegel wordt
eveneens neergeklapt.
•
Zet de aan-/uitschakelaar op < 1>. U
kunt weer opnamen gaan maken.
1
.
35