Opbouw en werking
Display
Het display bevat de volgende weergaven:
1.
Waarschuwingslampje
2.
Controlelamp motordruk
3.
Controlelamp lading
4.
Controlelamp veiligheidsgordel
5.
Controlelamp onderhoud
6.
Controlelamp DPF
7.
Controlelamp snelrijstand
8.
Menubalk
9.
Cursor
Beschrijving van display
Het display is multifunctioneel. Een gedetailleerde beschrijving van de afzonderlijke functies staat in het desbe-
treffende hoofdstuk.
1.
Waarschuwingslampje
Het waarschuwingslampje knippert rood bij het optreden van een systeemfout of een technische storing. Als
het systeem een waarschuwing geeft, dan knippert het waarschuwingslampje geel.
Indien het waarschuwingslampje rood knippert, moet het bedrijf onmiddellijk worden beëindigd.
STOP
2.
Controlelamp motordruk
Het controlelampje motoroliedruk brandt, wanneer de oliedruk onder de gewenste waarde ligt.
3.
Controlelamp lading
De controlelampje lading brandt, wanneer er niet genoeg spanning op het laadstroomcircuit staat.
4.
Controlelamp veiligheidsgordel
De controlelamp veiligheidsgordel brandt wanneer de veiligheidsgordel wordt losgemaakt.
5.
Controlelamp onderhoud
De controlelamp onderhoud brandt wanneer onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd moeten worden.
6.
Controlelamp DPF
Afhankelijk van de situatie wordt de status van de DPF-regeneratie, het verzoek om het toerental te verhogen
of de regeneratieblokkering weergegeven.
7.
Controlelamp snelrijstand
Weergave van de rijsnelheidmodus.
8.
Menubalk
De cursor (9) naar het gewenste symbool bewegen en op de invoerknop drukken. De gewenste instelling
wordt weergegeven.
W9272-8144-1
05/2020
1 1
2 2 3 3 4 4 5 5 6 6
7 7
9 9
8 8
61