De wipschakelaar hulpcircuit 2 (6) op de linker bedieningshen-
del compleet naar rechts en links drukken.
De druk in de hulpcircuitaansluitingen (4 en 5) is afgebouwd.
Buitenbedrijfstelling
De machine moet op die manier worden geplaatst dat hij onmogelijk kan wegrollen en dat hij bevei-
STOP
ligd is tegen gebruik door onbevoegden.
Machine op een vlakke ondergrond rijden.
De hydraulische cilinder als volgt uitschuiven:
Boom:
Arm:
Bak:
Dozerblad:
Zwenkinrichting:
Motor uitschakelen (blz. 99).
Sleutel weer uittrekken.
Veiligheidsgordel openen en linker bedieningsconsole opklappen.
Indien nodig de machine bijtanken (blz. 148).
Alle ramen sluiten en vergrendelen.
Alle kleppen sluiten en vergrendelen.
Cabinedeur sluiten en vergrendelen. De sleutel blijft bij de bediener.
Controleren of er lekken zijn of schade is aan de buitenkant van de machine. Defecten moeten vóór de vol-
gende inbedrijfstelling worden verholpen.
Bij zeer sterke verontreiniging van en rond de rupsbanden en gewrichten van de frontaanbouwdelen moet de
machine worden gereinigd (blz. 181).
De machine niet op plaatsen parkeren waar brandbaar materiaal zoals hooi of stro aanwezig zijn.
134
half uitgeschoven
half uitgeschoven
half uitgeschoven
op de grond neergelaten
Frontaanbouwdelen in het midden en op de bodem neergelaten
5
4
5
6
Bedrijf
4
W9272-8144-1
05/2020