Gevaren door het hydraulisch systeem
Indien hydraulische olie in de ogen komt, moeten deze onmiddellijk met helder water worden uitgespoeld; vervol-
gens onmiddellijk een arts raadplegen.
De huid of kleding mag niet met hydraulische olie in contact worden gebracht. Huiddelen die met hydraulische olie
in contact zijn gekomen, zo mogelijk onmiddellijk, grondig en herhaaldelijk met water en zeep afwassen; anders
bestaat gevaar voor huidletsels.
Met hydraulische olie verontreinigde of doorweekte kleding moet onmiddellijk worden uitgetrokken.
Personen die de dampen van hydraulische olie (nevel) hebben ingeademd, onmiddellijk naar een arts brengen.
Indien er lekken in het hydraulische systeem zijn opgetreden, mag de graafmachine niet in gebruik worden geno-
men of moet het gebruik onmiddellijk worden gestopt.
Aanwezige lekkageplaatsen niet met de blote hand zoeken; altijd een stuk hout of karton gebruiken. Bij het zoeken
van lekkageplaatsen moet beschermende kleding (veiligheidsbril en handschoenen) worden gedragen.
Weggelopen hydraulische olie moet onmiddellijk met een oliebindmiddel worden geabsorbeerd. Het besmette
oliebindmiddel mag alleen in hiervoor geschikte bakken worden opgeslagen en moet volgens de geldende bepa-
lingen worden afgevoerd.
Brandbeveiliging
Onderdelen en aanbouwdelen van de machine, met name de motor en het uitlaatsysteem, bereiken
al hoge temperaturen onder normale bedrijfsomstandigheden. Beschadigde of niet-onderhouden
STOP
elektrische installaties kunnen de oorzaak zijn van vonkoverslag of lichtbogen zijn. De volgende
brandveiligheidsrichtlijnen helpen u, uw uitrusting in stand en efficiënt te houden en het brandrisico
te minimaliseren.
Vuil in de buurt van hete onderdelen zoals de motor, uitlaat, uitlaatspruitstuk en uitlaatpijpen, enz. verwijde-
ren. Vooral bij het werken onder een zware belasting van de machine dient het reinigen vaker te worden uit-
gevoerd.
Ophopingen zoals bladeren, stro, dennennaalden, takjes, schors en andere brandbare materialen op de ma-
chine moeten worden verwijderd. Vooral in de nabijheid van de motor of het uitlaatsysteem, maar ook in de
opbouw en onderstel en op de boom.
Alle brandstofleidingen en hydraulische leidingen op conditie en slijtage controleren. Vervang versleten on-
derdelen onmiddellijk om lekkages te voorkomen.
Elektrische leidingen en aansluitingen dienen regelmatig op beschadigingen te worden gecontroleerd. Be-
schadigde onderdelen en leidingen dienen vóór de inbedrijfstelling van de machine te worden vervangen of
te worden hersteld. Alle elektrische aansluitingen moeten schoon zijn en goed vast zitten.
Uitlaatpijpen en uitlaatdemper dienen dagelijks te worden gecontroleerd op lekkages, beschadigingen en los-
se of ontbrekende schroefkoppelingen. Ondichte of beschadigde onderdelen van het uitlaatsysteem moeten
vóór de inbedrijfstelling van de machine worden vervangen of hersteld.
Altijd een polyvalent brandblusapparaat in of in de buurt van de machine bewaren. Vertrouwd raken met de
bediening van het brandblusapparaat. In geval van brand in het elektrische of hydraulische systeem moet een
CO
-brandblusapparaat worden gebruikt om de brand te blussen.
2
34
Veiligheidsbepalingen
W9272-8144-1
05/2020