Plotten
Statistische
gegevens plotten
86
U kunt het volgende plotten:
Histogrammen
•
Box-and-Whisker-plots
•
Normale waarschijnlijkheidsplots
•
Lijnplots
•
Staafgrafieken
•
Paretodiagrammen
•
Nadat u uw gegevens hebt ingevoerd en uw gegevensset
hebt gedefinieerd, kunt u uw gegevens gaan plotten. U
kunt maximaal vijf box-and-whisker-plots tegelijk plotten.
Bij de anderen typen kunt u telkens slechts één grafiek
tegelijk plotten.
1. Selecteer in de symbolische weergave (
voor de gegevenssets die u wilt plotten.
2. Selecteer het type plot. Markeer het veld Plot voor uw
gegevensset, druk op de menutoets
naar het gewenste plottype. Druk op de menutoets
als u uw keuze hebt gemaakt.
3. Pas voor elke plot, maar met name voor een
histogram, de plotschaal en het bereik aan in de
weergave Plotinstelling. Als u histogrambalken te dik
of te dun vindt, kunt u deze aanpassen door de
instelling HBREEDTE te wijzigen.
P
4. Druk op
aangepast, kunt u proberen
schalen
Automatisch schalen biedt een goede beginschaal
die vervolgens kan worden aangepast in de weergave
Plotinstelling.
. Als u Plotinstelling niet zelf hebt
V
te selecteren.
De toepassing 1var. statistieken
), (CHK)
Y
en schuif
Automatisch