Functies van de
toepassing
Oplossen
OPL
Functies van de
toepassing
1var.
statistieken
334
SLOPE(Fn, waarde)
Voorbeeld:
2
, 2) retourneert -4
SLOPE(3-X
De toepassing Oplossen heeft een enkele functie voor het
oplossen van een gegeven vergelijking of expressie voor
één van zijn variabelen. En kan een vergelijking of
expressie zijn of kan de naam zijn van een van de
symbolische variabelen E0-E9 van Oplossen.
Oplossen. Hiermee wordt een vergelijking voor één van
de variabelen opgelost. Hiermee wordt de vergelijking
En opgelost voor de variabele var, met behulp van de
waarde van schatting als beginwaarde voor de waarde
van de variabele var. Als En een expressie is, wordt de
waarde van de variabele var geretourneerd, waarmee
de expressie gelijk wordt gemaakt aan nul.
SOLVE(En, var, schatting)
Voorbeeld:
2
-X-2, X, 3) retourneert 2
SOLVE(X
Deze functie retourneert tevens als volgt een geheel getal
dat indicatief is voor het type oplossing dat is gevonden:
0—er is een exacte oplossing gevonden
1—er is bij benadering een oplossing gevonden
2—er is een extreme waarden gevonden die zo dicht
mogelijk bij een oplossing ligt
3—er is geen oplossing, bij benadering of extreme
waarde is gevonden
Zie het hoofdstuk Toepassing Oplossen voor nadere
details over de typen oplossingen die worden
geretourneerd door deze functie.
De toepassing 1var. statistieken heeft 3 functies die zijn
ontworpen om samen te werken bij het berekenen van
samenvattingsstatistieken op basis van één van de
statistische analyses (H1-H5) die zijn gedefinieerd in de
symbolische weergave van de toepassing 1var.
statistieken.
Programmeren