EDITMAT
INPUT
AFDRUKKEN
292
Syntaxis: EDITMAT(matrixvar)
Hiermee start u de matrixeditor en geeft u de opgegeven
matrix weer. Als deze functie wordt gebruikt bij
programmeren, wordt teruggegaan naar het programma
als de gebruiker op
Voorbeeld: met EDITMAT(M1) wordt matrix M1 bewerkt.
Syntaxis: INPUT(var [,"titel", "label", "help",
standaard]);
Hiermee wordt een dialoogvenster geopend met de
titeltekst, titel, met één veld label, waarin help onder aan
het venster wordt weergegeven en de standaardwaarde
wordt gebruikt. Hiermee wordt de variabele var
bijgewerkt als de gebruiker op
geretourneerd. Als de gebruiker op
de variabele niet bijgewerkt en wordt 0 geretourneerd.
Voorbeeld:
EXPORT ZIJDEN;
EXPORT GETSIDES()
BEGIN
INPUT(ZIJDEN,"Zijden van een
dobbelsteen","N = ","Voer aantal zijden
in",2);;
END;
Syntaxis: PRINT(expressie of reeks);
Hiermee wordt het resultaat van expressie of reeks op de
terminal afgedrukt.
De terminal is een mechanisme voor het weergeven van
de uitvoer van programmatekst die alleen wordt
weergegeven als opdrachten PRINT worden uitgevoerd.
Indien zichtbaar kunt u
weer te geven,
C
willekeurige andere toets om de terminal te verbergen. U
kunt de terminal op elk gewenst tijdstip weergeven met de
combinatie
Ot
ingedrukt, druk vervolgens op
toetsen los). Als u op
de terminal beëindigd.
drukt.
\
en
=
gebruiken om de tekst
om de tekst te wissen en elke
(druk op
O
t
en laat tot slot beide
O
drukt, wordt de interactie met
drukt en wordt 1
drukt, wordt
, houd deze
Programmeren