Wiskundige functies op categorie
Syntaxis
Calculusfuncties
∂
∫
|
174
De definitie van iedere functie bevat een syntaxis. Dit is
de precieze volgorde en spelling van de functienaam, de
betreffende scheidingstekens (interpunctie) en
argumenten. Voor de syntaxis voor een functie zijn geen
spaties nodig.
Deze categorie bevat de numerieke afgeleide functies en
integraalfuncties, als ook de functie Waar (|).
Hiermee differentieert u expressie met betrekking tot
variabele, vervangt u vervolgens de waarde door een
variabele en evalueert u het resultaat.
(expressie, variabele=waarde)
∂
Voorbeeld:
2
-x,x=3) retourneert 5
∂
(x
Hiermee integreert u expressie van onder- naar
bovengrenzen met betrekking tot de integratievariabele.
Als u naar de bepaalde integraal wilt zoeken, moeten
beide grenzen numerieke waarden hebben (ofwel
getallen of reële variabelen zijn).
∫
(expressie, variabele, onder, boven)
Voorbeeld:
2
-x,x,0,3) retourneert 4,5
∫
(x
Hiermee evalueert u expressie waar iedere gegeven
variabele is ingesteld op de gegevenwaarde. Hiermee
definieert u de numerieke evaluatie van een symbolische
expressie.
expressie|(variabele1=waarde1,
variabele2=waarde2,...)
Voorbeeld:
3*(X+1)|(X=3) retourneert 12
Wiskundige functies gebruiken