De functies
plotten
Een grafiek
traceren
De schaal
wijzigen
Toepassing Functie
5. Plot de functies.
P
6. Traceer de lineaire
functie.
>
<
of
Opmerking: de tracer is standaard ingeschakeld.
7. Ga van het traceren van de lineaire functie naar de
kwadratische functie.
=
\
of
U kunt de schaal wijzigen om een groter of kleiner deel
van uw grafiek te bekijken. U kunt dit op vier manieren
doen:
+
Druk op
•
te zoomen op de huidige cursorcoördinaten. Bij deze
methode worden de zoomfactoren ingesteld in het
menu Zoom. De standaardwaarde voor zowel x als y
is 2.
Gebruik de plotinstellingen om XRNG en YRNG
•
precies naar wens te definiëren.
Gebruik het menu Zoom om in of uit te zoomen,
•
horizontaal of verticaal, of beide, enz.
Gebruik het menu Weergaven om een vooraf
•
gedefinieerd venster te selecteren.
U kunt ook Automatisch schalen gebruiken in het menu
Zoom of Weergaven om een verticaal bereik te kiezen
voor het huidige horizontale bereik op basis van uw
functiedefinities.
om in te zoomen of op
w
om uit
57