Download Print deze pagina

HP 39gII Gebruikershandleiding pagina 222

Verberg thumbnails Zie ook voor 39gII:

Advertenties

Een matrix maken
in de matrixeditor
214
Toets
S
CLEAR
S=\
<>
1. Druk op
S
openen. De matrixcatalogus bevat de 10
matrixvariabelen, namelijk M0 t/m M9.
2. Markeer de naam van de matrixvariabele die u wilt
gebruiken, en druk op
als u een vector wilt maken.
3. Typ voor elk element in de matrix een getal of een
expressie en druk op
Voer bijcomplexe getallen elk getal in complexe
vorm in, oftewel (a, b), waarbij a het reële deel en b het
imaginaire deel is. U kunt ze ook invoeren in de vorm
a+bi.
4. Bij de invoer wordt de markering standaard naar de
volgende kolom in dezelfde rij verplaatst. Gebruik de
cursortoetsen om naar een andere rij of kolom te
gaan. U kunt de richting van de markeerbalk
wijzigen door op
schakelt u over tussen de volgende opties:
geeft aan dat de cursor naar de cel onder
de huidige cel wordt verplaatst als u op
drukt.
geeft aan dat de cursor naar de cel rechts
van de huidige cel wordt verplaatst als u op
drukt.
E
geeft aan dat de cursor in de huidige cel
blijft staan als u op
Betekenis (Vervolg)
Hiermee verwijdert u de
gemarkeerde rij of kolom, of de
volledige matrix (u wordt gevraagd
om een keuze te maken).
Hiermee gaat u respectievelijk naar
de eerste rij, laatste rij, eerste kolom
of laatste kolom.
om de matrixcatalogus te
MATRIX
of
E
.
E
te drukken. Met de menutoets
drukt.
E
. Druk eerst op
E
Matrices

Advertenties

loading