Laskringweerstand r vaststellen
Algemeen
Door het de laskring-weerstand vast te stellen is het mogelijk om ook bij verschillende lei-
dingpakket-lengtes altijd een gelijkblijvend lasresultaat te bereiken; de lasspanning bij de
lichtboog is onafhankelijk van de leidingpakket-lengte en -dwarsdoorsnede altijd precies
afgestemd. Een aanpassing met de parameter lichtbooglengtecorrectie is niet meer nodig.
De laskringweerstand wordt na de vaststelling op het rechter digitale scherm getoond.
r ... Laskringweerstand (in m)
De lasspanning komt bij een correct doorgevoerde vaststelling van de laskringweerstand
r precies overeen met de lasspanning bij de lichtboog. Als de spanning bij de uitgangsbus-
sen van de stroombron handmatig wordt gemeten is deze met de spanningsval van het lei-
dingpakket hoger dan de lasspanning bij de lichtboog.
Laskringweer-
stand r vaststel-
len
1
2
3
4
5
6
7
162
OPMERKING! De laskringweerstand r is afhankelijk van het gebruikte leiding-
pakket:
-
bij wijziging van de lengte of doorsnede van het leidingpakket de laskring-
weerstand r opnieuw vaststellen
-
Laskringweerstand voor elke lasprocedure met de bijbehorende lasleidingen
apart vaststellen
OPMERKING! Het correct meten van de laskringweerstand is van wezenlijk be-
lang voor het lasresultaat. Zorg ervoor dat het contact "aardingsklem - werkstuk"
op een schoon werkstukoppervlak plaatsvindt.
Aardingsverbinding met werkstuk maken
In het Setup-menu - niveau 2 binnengaan (2nd)
Parameter "r" kiezen
Gasbuis van de lasbrander verwijderen
Contactbuis vastschroeven
OPMERKING! Zorg ervoor dat het contact "Contactbuis - werkstuk" op een
schoon werkstukoppervlak plaatsvindt. Tijdens het meten zijn draadtoevoer
en koelapparaat uitgeschakeld.
Contactbuis vol op het werkstukoppervlak zetten
Brandertoets of toets draadinvoer kort indrukken
De laskringweerstand wordt berekend. Tijdens het meten wordt op het rechter digitale
scherm "run" getoond.
De meting is afgesloten als op het rechter digitale scherm de laskring-weerstand wordt
weergegeven (bijv. 11,4 m)