Informatie over
de geluidsemis-
sie
Gevaar door
schadelijke gas-
sen en dampen
Gevaar door von-
ken
14
Het apparaat produceert in onbelaste toestand en in de afkoelfase na het uit-
voeren van werkzaamheden een maximaal geluidsniveau van <80 dB(A) (ref.
1pW) overeenkomstig het maximaal toelaatbare arbeidspunt bij normbelas-
ting volgens EN 60974-1.
Voor het lassen (en snijden) zelf kan een werkplekspecifieke emissiewaarde
niet worden gegeven, aangezien deze afhangt van de lasmethode (of snijme-
thode) en de omgeving. De emissiewaarde is afhankelijk van uiteenlopende
parameters, zoals het toegepaste lasproces (MIG/MAG-, TIG-lassen), de ge-
kozen stroomsoort (gelijkstroom, wisselstroom), het vermogen, het type werk-
stuk, de resonantie-eigenschappen van het werkstuk, de omgeving van de
werkplek, enz.
De rook die bij het lassen ontstaat, bevat gassen en dampen die een gevaar
vormen voor de gezondheid.
Lasrook bevat stoffen die onder bepaalde omstandigheden geboorteschade
en kanker kunnen veroorzaken.
Houd uw gezicht uit de buurt van lasrook en -gassen.
Rook en schadelijke gassen:
-
niet inademen
-
via een geschikte methode afzuigen uit de werkplaats.
Zorg voor voldoende toevoer van buitenlucht.
Indien de ventilatie onvoldoende is, gebruikt u een ademhalingsmasker met
luchttoevoer.
Wordt er niet gelast, sluit dan het ventiel van de beschermgasfles of de hoofd-
gaskraan.
Indien niet geheel duidelijk is of de ventilatie voldoende is, vergelijkt u de ge-
meten emissies van schadelijke stoffen met de toelaatbare grenswaarden.
Voor de mate waarin de lasrook schadelijk is, zijn onder meer de volgende
componenten verantwoordelijk:
-
de metalen die voor het werkstuk worden gebruikt
-
de gebruikte elektroden
-
coatings
-
reinigingsmiddelen, ontvettingsmiddelen e.d.
Houd u altijd aan de aanwijzingen in de veiligheidsinformatiebladen voor ge-
noemde componenten en volg instructies van de fabrikant op.
Zorg ervoor dat ontvlambare dampen (bijvoorbeeld van oplosmiddelen) niet
binnen het stralingsbereik van de boog terechtkomen.
Vonken kunnen brand en explosies veroorzaken.
Voer nooit laswerkzaamheden uit in de nabijheid van brandbare materialen.
Brandbare materialen moeten ten minste 11 meter (36 ft. 1.07 in.) van de boog
verwijderd zijn of worden voorzien van een betrouwbare afdekking.
Houd een geschikte, geteste brandblusser bij de hand.
Vonken en hete metaaldeeltjes kunnen ook door kleine kieren en openingen
in de omgeving terechtkomen. Om te voorkomen dat hierdoor kans op letsel
of brandgevaar ontstaat, moet u passende maatregelen nemen.