Gebruiksaanwijzing
wordt verzonden. In de episodische profielen, worden de andere factoren
opgeslagen met de volgende reeks metingen die u verricht of met eventuele
actuele, niet-opgeslagen metingen op het apparaat wanneer u Opslaan aanraakt.
Vertragingen SpO2-alarmsignaal
SpO2-alarmen configureren
Volg deze stappen om alarmgrenzen voor SpO2-metingen in te stellen.
1. Controleer of u het profiel Intervalbewaking of Doorlopende bewaking gebruikt.
2. Raak het tabblad Alarmen aan.
3. Raak het verticale tabblad SpO2 aan.
4. Zorg dat het bedieningselement Alarmgrens SpO2 is ingesteld op AAN.
Opmerking Als het bedieningselement Alarmgrens van een bepaalde
5. Voer de gewenste onder- en bovenalarmgrens voor SpO2 in met behulp van de
pijlen omhoog en omlaag of het toetsenblok.
6. Als uw monitor is geconfigureerd met een Nellcor SpO2-sensor, raakt u
7. Raak het tabblad Home aan.
De nieuwe alarminstellingen worden onmiddellijk van kracht.
Reactiemodus instellen
De monitor moet zich in het profiel Intervalbewaking of Doorlopende bewaking bevinden
om de reactiemodus in het tabblad Home te kunnen instellen.
Raak
Wanneer de snelle modus is geselecteerd, wordt MODUS: Snel of : Snel in het
kader weergegeven.
SpO2 en pulswaarde meten
parameter op UIT is ingesteld, kunt u geen alarmgrenzen op
het tabblad Alarm aanpassen en treden er geen visuele of
audiosignalen op voor die specifieke parameter.
aan om een SatSeconds-instelling te selecteren.
aan in het kader SpO2.
WAARSCHUWING Veel omgevingsvariabelen, waaronder de fysiologie
van de patiënt en de klinische toepassing, kunnen de nauwkeurigheid en
prestaties van de monitor beïnvloeden. Daarom dient u alle informatie over
de vitale functies, met name NIBD en SpO2, te controleren voordat de
patiënt wordt behandeld. Als er twijfel bestaat over de nauwkeurigheid van
een meting, moet de meting middels een andere klinisch geaccepteerde
methode worden gecontroleerd.
Patiëntbewaking 179