138 Patiëntbewaking
Indexbereik
10
8–9
7
5–6
3–4
1–2
Bron: The microMediCO2 Module - OEM Manufacturers' Integration Guide (pag. 13), Oridion Medical 1987 Ltd.
Opmerking De interpretatie van de IPI-waarde van een patiënt kan in verschillende
Het IPI-kader
In het IPI-kader worden een numerieke waarde van 1–10, een alarmdrempel en een
bedieningselement weergegeven.
Het kader biedt een numerieke weergave en een grafische trendweergave van IPI-
gegevens. U kunt wisselen tussen weergaven door de linkerzijde van het kader aan te
raken.
Numerieke weergave IPI
In deze weergave wordt de numerieke waarde voor de geïntegreerde parameters
weergegeven.
De numerieke weergave bevat ook een grafische indicator van de huidige IPI-waarde van
de patiënt. Zoals u in de onderstaande voorbeelden kunt zien, is de omtrek van de
verticale balk grijs wanneer de IPI-waarde 8, 9 of 10 is. Wanneer de IPI-waarde 4, 5, 6 of
7 is, is de omtrek van de balk geel en is het middelste gedeelte van de balk geel getint.
Wanneer de IPI-waarde 1, 2 of 3 is, is de omtrek van de balk rood en is het onderste
gedeelte van de balk rood getint.
Patiëntstatus
Normaal
Binnen het normale bereik
In de buurt van het normale bereik: vereist aandacht
Vereist aandacht en kan vereisen dat er wordt ingegrepen
Vereist dat er wordt ingegrepen
Vereist dat er onmiddellijk wordt ingegrepen
klinische condities verschillen. Patiënten die bijvoorbeeld een geschiedenis
van ademhalingsmoeilijkheden hebben, vereisen wellicht een lagere
waarschuwingsdrempel voor een lage IPI die rekening houdt met hun
verminderde ademhalingscapaciteit.
®
Welch Allyn Connex
-apparaten