Gebruiksaanwijzing
U kunt nu met de bewaking van een patiënt beginnen in het profiel Doorlopende
bewaking.
Overschakelen van het profiel Doorlopende bewaking
Als u vanuit het profiel Doorlopende bewaking naar elk ander profiel wilt overschakelen,
moet u deze stappen uitvoeren.
1. Raak de geselecteerde profielindicator in het gedeelte Apparaatstatus aan.
Het verticale tabblad Profiel wordt weergegeven. Op basis van de gepresenteerde
vetgedrukte tekst, selecteert en volgt u de onderstaande stap en substappen die van
toepassing zijn op uw patiënt en het apparaat.
2. Wanneer er geen patiënttrendgegevens zijn opgeslagen, selecteert u het
gewenste profiel.
De profielwijziging wordt onmiddellijk van kracht.
3. Wanneer doorlopende sensoren op een patiënt zijn aangesloten, of wanneer
episodische of doorlopende gegevens zijn opgeslagen, zijn er pas andere
profielselecties beschikbaar wanneer u patiëntsensoren hebt verwijderd en de
bewaking is gestopt.
a. Verwijder doorlopende sensoren van uw patiënt.
b. Raak op het tabblad Instellingen het tabblad Monitor aan.
c. Raak Bewaking stoppen aan.
d. Selecteer de gewenste optie en raak Selecteren aan.
e. Herhaal stap 1 en selecteer het gewenste profiel op het verticale tabblad Profiel.
4. Wanneer er patiënt- en/of locatiecontext is vastgelegd maar er geen
episodische of doorlopende trendgegevens zijn opgeslagen:
a. Selecteer het gewenste profiel.
Er verschijnt een dialoogvenster Bewaking stoppen met de volgende opties:
•
Nieuwe patiënt – Hiermee worden patiënt- en locatiecontext en
analysegegevens verwijderd
•
Uitschakelen – Hiermee worden patiënt- en locatiecontext en
analysegegevens verwijderd en wordt het apparaat uitgeschakeld
•
Annuleren – Hiermee worden patiëntgegevens bewaard en keert het scherm
terug naar het tabblad Home
Opmerking Als de bewaking wordt gestopt, worden alle
meetgegevens van patiënten van het apparaat
verwijderd.
Het tabblad Home wordt weergegeven.
De profielwijziging wordt onmiddellijk van kracht.
Er verschijnt een dialoogvenster waarin u wordt gevraagd om informatie over de
patiënt- en/of locatiecontext te bevestigen of om een nieuwe patiënt te
selecteren. Als bijvoorbeeld zowel de patiëntcontext als de locatiecontext zijn
vastgelegd, verschijnen de volgende opties:
Profielen 97