Display- en bedieningseenheid
De display- en bedieningseenheid bevat de navolgende indicaties,
schakelaars en controlelampen:
1.
Menutoets
2.
Schakelaar waarschuwing overbelasting (toebehoren)
3.
Schakelaar hulpcircuit
4.
Informatietoets
5.
Displaykeuzeschakelaar
6.
Display
7.
Waarschuwingslampje
8.
Controlelamp motordruk
9.
Controlelamp lading
10.
Controlelamp snelrijstand
Beschrijving van de display- en bedieningseenheid
De schakelaars van de display- en bedieningseenheid zijn multifunctioneel en ook voor de menuge-
leiding in het display te gebruiken. Een gedetailleerde beschrijving van de afzonderlijke functies staat
in het desbetreffende hoofdstuk.
1.
Menutoets
Met de menutoets wordt de menugeleiding in het display ingeschakeld.
2.
Schakelaar waarschuwing overbelasting (toebehoren)
Met de schakelaar waarschuwing overbelasting wordt het waarschuwingssysteem tegen overbelasting inge-
schakeld.
3.
Schakelaar hulpcircuit
Met de schakelaar hulpcircuit wordt de hulpcircuitfunctie ingeschakeld.
4.
Informatietoets
Met de informatietoets kan extra systeeminformatie in het display worden weergegeven.
5.
Displaykeuzeschakelaar
Met de displaykeuzeschakelaar wordt tussen de weergaven in het display geschakeld.
6.
Display
In het display worden bedrijfstoestanden, waarschuwings- en controle-indicaties en systeeminformatie weer-
gegeven.
7.
Waarschuwingslampje
Het waarschuwingslampje knippert rood bij het optreden van een systeemfout of een technische storing. Als
het systeem een waarschuwing geeft, dan knippert het waarschuwingslampje geel.
Indien het waarschuwingslampje rood knippert, moet het bedrijf onmiddellijk worden beëindigd.
STOP
8.
Controlelamp motordruk
Het controlelampje motoroliedruk brandt, wanneer de oliedruk onder de gewenste waarde ligt.
9.
Controlelamp lading
De controlelampje lading brandt, wanneer er niet genoeg spanning op het laadstroomcircuit staat.
10. Controlelamp snelrijstand
De controlelampje rijstand "snel" brandt, wanneer rijstand "snel" is ingeschakeld.
46
Opbouw en werking
W9284-8144-3
01/2021