Bediening van de ruitenreinigingsinstallatie
Gevaar voor beschadiging van onderdelen!
Wanneer de ruitenwisser bij geopende voorruit wordt ingeschakeld, kan deze tegen naastgelegen
onderdelen van de cabine slaan en beschadigd worden.
- Bij geopende voorruit de ruitenwisserschakelaar niet inschakelen.
Inschakelen van de ruitenwisser
Startschakelaar staat in stand RUN.
Schakelaar (1) in stand RUITENWISSEN/SPROEIEN drukken.
De ruitenwisser werkt, zolang de schakelaar in deze stand blijft.
Om uit te schakelen schakelaar (1) in stand OFF drukken.
In de winter moet vóór het gebruik van de ruitenwisser worden gecontroleerd, of het ruitenwisserblad
vastgevroren is. In dit geval kan het ruitenwisserblad of de ruitenwissermotor worden beschadigd.
S.v.p. de ruitenwisser alléén in werking stellen, indien de ruit nat genoeg is; zo nodig, de ruitensproei-
installatie van tevoren inschakelen.
Inschakelen van de ruitenreinigingsinstallatie
De ruitensproei-installatie kan bediend worden, wanneer de ruiten-
wisser in- of uitgeschakeld is.
Is de ruitenwisser ingeschakeld:
Schakelaar (1) opnieuw in stand RUITENWISSEN/SPROEIEN
drukken en vasthouden.
Is de ruitenwisser uitgeschakeld:
Schakelaar (1) in stand OFF drukken en vasthouden.
De ruitenreinigingsinstallatie werkt, zolang de schakelaar ingedrukt
blijft.
Is het ruitensproeireservoir leeg, dan de ruitenreini-
gingsinstallatie niet bedienen, anders kan de pomp
drooglopen en beschadigd worden.
120
Bedrijf
1
1
W9284-8144-3
01/2021