Luchtfilter - Vervangen
Gevaar voor motorschade!
Het binnenste filterelement (1) moet tijdens de reiniging van de luchtfilterbehuizing (6) ingebouwd
blijven. Anders kunnen tijdens het schoonmaken vuildeeltjes in de luchtinlaat terechtkomen en delen
van het injectiesysteem en de motor beschadigen.
Motorkap openen (blz. 163).
Klemmen (3) openen en deksel (4) verwijderen.
Deksel en stofventiel (5) schoonmaken.
Buitenste filterelement (2) uit luchtfilterbehuizing (6) trekken.
Luchtfilterkast reinigen; hierbij het binnenste filterelement (1)
niet verwijderen.
Het binnenste filterelement na het schoonmaken eruit trekken
en direct een nieuw filterelement inbrengen.
Nieuw buitenste filterelement plaatsen.
Deksel met merkteken TOP naar boven plaatsen en klemmen sluiten.
Motorkap sluiten.
Oude filterelementen overeenkomstig geldende milieubeschermingsbepalingen verwijderen.
Koelvloeistof - Verversen
Koelvloeistof aftappen
Aftappen alleen met koude motor uitvoeren.
STOP
Zijklep openen (blz. 163).
Radiatordop (1) openen, door deze linksom te draaien.
186
1
Onderhoud
W9284-8144-3
01/2021