Afb. 46
Op de trekker zijn voor de werking van de machine (naar gelang de uitrusting) een verschillend
aantal stuurapparaten nodig.
•
De stuurapparaten van de trekker op zweefstand zetten.
•
De trekker uitschakelen en tegen wegrollen beveiligen.
•
De hydraulische koppeling (groen 1+) van de machine op een enkelwerkend stuurapparaat
van de trekker aansluiten.
•
De hydraulische koppeling (geel 2+/geel 2-) van de machine op een dubbelwerkend
stuurapparaat van de trekker aansluiten.
•
De hydraulische koppeling (geel 3+) van de machine op een enkelwerkend stuurapparaat
van de trekker aansluiten.
•
Sluit de hydraulische koppelingen (blauw 6+/blauw 6-) van de machine aan op een
dubbelwerkend stuurapparaat van de trekker.
TX000001
Ingebruikneming
85