21.2
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden in de opraapruimte
WAARSCHUWING! – Onverwacht inschakelen van de bodemketting / van de
doseerwalsen!
Bij het inschakelen van de bodemketting / van de doseerwalsen bestaat verhoogd gevaar
voor letsel. Betreedt het laadvlak niet als de trekkermotor loopt en de aftakas is ingeschakeld.
•
De aandrijvingen uitschakelen en afwachten tot uitlopende delen tot stilstand zijn
gekomen.
•
De trekkermotor uitschakelen, contactsleutel eruit trekken en meenemen.
•
De machine beveiligen tegen wegrollen.
Toegang tot de opraapruimte:
5
4b
Afb. 163
De laadruimte wordt via het geopende instapluik (1) aan de linker machinezijde betreden:
voorwaarde voor het betreden van de laadruimte:
–
de aftakas is uitgeschakeld, de motor van de trekker is uitgeschakeld, de contactsleutel is
eruit getrokken en werd meegenomen.
–
De machine en de trekker zijn tegen wegrollen beveiligd.
Voor het betreden van de laadruimte:
•
De vergrendelingshendel (3) uit de geleiding (4a) trekken en de ladder (2) omlaag klappen.
•
Het instapluik (1) 180 graden openen en de vergrendelingshendel (3) in de geleiding (4b)
schuiven.
•
De laadruimte via de ladder en het instapluik betreden.
Voor het verlaten van de laadruimte:
•
De laadruimte via de ladder verlaten en het instapluik sluiten.
•
Om de ladder en het instapluik te beveiligen, de vergrendelingshendel omhoog schuiven,
de ladder inklappen en de vergrendelingshendel omlaag in de geleiding (4a) schuiven.
Let erop dat
•
de vergrendelingshendel (3) in de geleiding (4a) is geschoven.
•
de vergrendelingshendel (5) voor de ladder ligt.
Onderhoud - gedwongen besturing
1
2
4a
3
1
3 4b
ZX400152
225