Eerste ingebruikneming
8.5
Trekkercombinatie voor het rijden door bochten instellen
Aanwijzing
De aanpassing van de aanrijbeveiligingen (2) op de trekker mag alleen door een
erkende vakman worden uitgevoerd. Na iedere trekkerwissel moet de instelling
van de aanrijbeveiligingen (2) gecontroleerd en eventueel veranderd worden.
Bij uitvoering "Hydraulisch tandemaggregaat"
Afb. 24
Bocht naar links
•
Een volledige stuurslag met het stuur van de trekker naar links maken en met de
combinatie voorzichtig een bocht naar links maken.
Bij nauw door de bocht rijden mag het trekkerwiel de spoorstang (1) niet aanraken.
•
Wanneer het wiel van de trekker de spoorstang (1) aanraakt, een aanrijbeveiliging (2) met
afstandsschijven monteren.
Bocht naar rechts
•
Een volledige stuurslag met het stuur van de trekker naar rechts maken en met de
combinatie voorzichtig een bocht naar rechts maken.
Bij nauw door de bocht rijden mag de spoorstang (1) de dissel niet aanraken.
•
Wanneer de spoorstang (1) de dissel aanraakt, een aanrijbeveiliging (2) met
afstandsschijven monteren.
Voor de machine kunnen de volgende delen uit het KRONE reserveonderdelenmagazijn
worden besteld:
Aanduiding
Aanrijbeveiliging
Afstandsschijven
62
TX000019_2
Best.-nr.
20 256 604 *
9 106 420 *