8.1
– De trekker voor de werking met de machine voorbereiden
Bij uitvoering gedwongen besturing tandemaggregaat
Afb. 18
–
De hefarmen van de trekker zijn gedemonteerd, zie handleiding van de fabrikant van de
trekker.
–
De trekker is in rijrichting links met een goedgekeurde kogelkoppeling 50 (2) met
omlaaghouder uitgerust.
•
De afstand X=250 mm tussen kogelkoppeling 50 (2) en kogelkoppeling 80 (1) instellen, zie
handleiding van de fabrikant van de trekker.
•
De hoogte H=0 mm instellen, zie handleiding van de fabrikant van de trekker.
•
De diepte T=0 mm instellen, zie handleiding van de fabrikant van de trekker.
Bij uitvoering gedwongen besturing tridemaggregaat
Afb. 19
–
De hefarmen van de trekker zijn gedemonteerd, zie handleiding van de fabrikant van de
trekker.
–
De trekker is in rijrichting links en rechts met een goedgekeurde kogelkoppeling 50 (2) met
omlaaghouder uitgerust.
•
De afstand X=250 mm tussen kogelkoppeling 50 (2) en kogelkoppeling 80 (1) instellen, zie
handleiding van de fabrikant van de trekker.
•
De hoogte H=0 mm instellen, zie handleiding van de fabrikant van de trekker.
•
De diepte T=0 mm instellen, zie handleiding van de fabrikant van de trekker.
Eerste ingebruikneming
TX000046_1
59