Bij uitvoering "Met doseerwalsen"
Uitladen:
•
Bij uitvoering "Uitloopas": Via het enkelwerkende besturingsapparaat (geel 3+) van de
trekker de uitloopas vergrendelen.
•
Bij uitvoering "Zonder hydraulische loshulp": Het enkelwerkende
besturingsapparaat (groen 1+) van de trekker bedienen tot de achterklep is geopend.
•
Bij uitvoering "Hydraulische loshulp": Opdat de voorwand bij het lossen automatisch naar
achteren wordt gezwenkt, het enkelwerkende besturingsapparaat (groen 1+) van de trekker
20 s bedienen.
•
De aftakas van de trekker met standgas inschakelen.
Aan het begin van het uitladen wordt veel laadgoed gelost.
•
Opdat het laadgoed vrij kan vallen, snel vooruit rijden.
Aan het einde reduceert ten gevolge van de constructie de geloste hoeveelheid laadgoed.
•
Wanneer verwervelingen van de bovenste doseerwals zichtbaar zijn, de snelheid van de
trekker bij gelijkblijvende bodemkettingsnelheid reduceren.
Na het uitladen:
•
De aftakas op de trekker uitschakelen.
Bij het uitschakelen van de aftakas schakelen de bodemketting en de doseerwals automatisch
uit.
•
Het enkelwerkende besturingsapparaat (groen 1+) van de trekker in de zweefstand zetten
tot de achterklep is gesloten.
Bij uitvoering "Hydraulische loshulp": Bij het sluiten van de achterklep wordt de voorwand door
de veerkracht automatisch naar voren gezwenkt.
•
Bij uitvoering "Uitloopas": Via het enkelwerkende besturingsapparaat (geel 3+) van de
trekker de uitloopas ontgrendelen.
Bediening
113